¹)Een talent was in de oudheid een gewicht en een geldeenheid. Een gewichtstalent was enkele tientallen kilo’s, de schattingen lopen sterk uiteen van 20 tot bijna 60 kg. Een talent als geldeenheid was de hoogste Griekse geldeenheid. De geldswaarde is gelijk aan 6000 daglonen, ofwel het loon van 20 jaren arbeid. In twee gelijkenissen van de Heer Jezus speelt het talent een rol.
Mattheüs 25:14-25 spreekt over ‘De gelijkenis van de talenten’. Een mens, die naar het buitenland vertrok, riep zijn dienstknechten, vertrouwde hen zijn bezit toe en gaf talenten aan een ieder. Eén ‘talent’ heeft een geldwaarde van 20 jaar arbeidsloon1) , dat al een respectabele investering op zich is en een mooi startkapitaal! De vraag is wat we ermee doen? Als je dat ene talent toevertrouwd aan jouw zoon of dochter van vijf jaar en je vertrekt naar het buitenland, wat zal je aantreffen wanneer je thuis komt? Groei tot volwassenheid voordat een gegeven talent tot ontwikkeling kan komen, is dus erg belangrijk. Het komt echter voor dat geestelijke groei niet synchroon loopt met onze leeftijd. Dit zou beter kunnen. Het verhaal van Mattheüs 25 ‘over de talenten’ gaat verder. Christus benadrukt wat je moet doen met de gegeven talenten. Mattheüs 25:31-46. Focus op de volgende teksten (25:35-36): “Want ik had honger en u gaf mij te eten, ik had dorst en u gaf mij te drinken, ik was een vreemdeling en u verleende mij onderdak, ik was naakt en u gaf mij kleding, ik was ziek en u verzorgde mij, ik zat gevangen en u kwam mij bezoeken…. (25:45) “En Hij zal antwoorden: Ik verzeker u: toen u niets deed voor één van deze mensen, ook al was hij onbelangrijk, toen deed u niets voor mij!”
Conclusie: Onze talenten zijn ervoor om anderen, die het moeilijk hebben te helpen, te delen, te verzorgen enzovoorts en hen lichamelijk en geestelijk te voorzien naar de 6 levensbehoeften van de mens.